journalistiek boeken links contact cv curriculum vitae
mirjam van immerzeel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  

 

 

 


 

journalistiek

 

Met haar vrije hand strijkt Alexx een losse lok uit haar gezicht. Dan pakt ze de grepen van de tang stevig beet en knipt gedecideerd één voor één de ribben los van het borstbeen. Bij elk knappend geluid knippert ze even met haar valse wimpers. Dan ziet ze eindelijk waar ze naar op zoek is, de kogel die de man op haar snijtafel velde. Ze tuit haar gestifte lippen en pulkt in het vlees. Het onding valt kletterend op een schaaltje, klaar voor verder forensisch onderzoek.


Snijden in lijken een glamourberoep? Op televisie wel, waar forensisch patholoog Alexx Woods en haar collega’s van de serie CSI Miami op hoge hakken door kakelverse crime scenes klik-klakken. Maar Simone Elderson (22), student Forensic Sciences aan de Hogeschool Van Hall Larenstein te Leeuwarden, zegt het niet zo heel veel. Ze vindt de Amerikaanse hitserie zeker leuk, maar vooral handig om mensen uit te leggen wat voor studie ze doet.

‘Het lijkt natuurlijk helemaal niet op elkaar, forensisch onderzoekers zijn altijd helemaal ingepakt en lossen niet in driekwartier een misdaad op. Maar ach, dan hebben mensen tenminste een beeld.’
Elderson is één van de honderden studenten die één van de vele, vaak gloednieuwe, forensische studies volgen in het HBO of aan de universiteit. Onder de noemer ‘forensisch’ vallen medisch specialismen zoals die van gerechtelijk patholoog-anatoom - iemand die voor Justitie sectie op slachtoffers van misdrijven verricht. Maar ook het werkveld van de forensisch arts, die ondermeer slachtoffers van geweld en verkrachting onderzoekt en als gemeentelijk lijkschouwer optreedt bij verdachte sterfgevallen.
Verder heeft de toevoeging ‘forensisch’ ook betrekking op de specialistische studies voor technisch en biologisch sporenonderzoek, de richting van Elderson. Geef haar straks een spatje bloed op een vuurwapen en ze kan alles vertellen over de bloedgroep en het DNA van de eigenaar.

Wat bezielt iemand om haar loopbaan te zoeken tussen dood en verderf? Elderson zegt dat het haar in de eerste plaats te doen is om ‘puzzels’ die schreeuwen om oplossing.

‘Ik wil dingen uitzoeken die nog niemand heeft onderzocht. Het is pure nieuwsgierigheid en ik vind het doen van onderzoek heel leuk. Eigenlijk wil ik doorstuderen tot forensisch patholoog, maar mocht dat niet lukken dan is forensisch onderzoeker een mooi alternatief.’
Als Elderson haar droomcarrière ontvouwt aan anderen dan zijn de reacties meestal verbaasd of men vindt haar fascinatie wat luguber.

‘Tijdens mijn stage in een laboratorium voor dieronderzoek zag ik mensen wegkijken bij sectie. Maar ik vond het vooral mooi om te zien. Ik weet nu dat lijken heel erg kunnen stinken maar dat is voor mij geen reden om dit niet te door te zetten. Het menselijke lichaam vind ik razend interessant en ik snijd trouwens liever in een lijk dan in een levende persoon. Je kunt dan weinig fout doen’, lacht ze.

Elderson is lang niet de enige met haar bijzondere interesse. Voor haar studie het afgelopen najaar voor het eerst van start ging, was de animo onder aankomende studenten zo groot dat in de zomer een extra open dag moest worden ingelast. De Hogeschool van Amsterdam startte al eerder een soortgelijke opleiding en mag eveneens niet klagen.
Intussen dijt het aantal opleidingen nog steeds uit. Bèta-studenten van de Universiteit van Amsterdam kunnen sinds kort een tweejarige masteropleiding forensische wetenschappen volgen. Vanaf dit voorjaar biedt de Universiteit Maastricht een nieuwe master, Forensica, Criminologie en Rechtspleging. De studie is vooral bedoeld om juristen beter uit te rusten op de groeiende rol van forensisch onderzoek in rechtszaken. Om die reden werkt de faculteit Psychologie van dezelfde universiteit ook aan een masteropleiding in Forensic Mental Health Science.
‘Voor de Forensica-master hebben we veel meer aanmeldingen gekregen dan we plaatsen hebben’, zegt woordvoerster Caroline Roulaux. ‘En het opmerkelijke is dat onder de veertig studenten die zijn toegelaten, slechts acht mannen zitten. Tachtig procent vrouwen is toch verrassend.’
Ook Erik de Groot, ondermeer docent Forensic Sciences van de Hogeschool Van Hall Larenstein, merkt onder vrouwelijke studenten grote interesse voor het forensische werkveld, en dan in het bijzonder voor biologisch sporenonderzoek. ‘Nu was van oudsher de laboratoriumopleiding al meer in trek bij meisjes. Maar ze zijn net even fanatieker dan de jongens, is soms mijn indruk.’

Vanwaar ineens al die animo voor forensische studies en beroepen? Een populaire verklaring is de stroom aan televisieseries. Kijk maar eens CSI met frêle technisch rechercheurs die ballistisch onderzoek verrichten op zware moordwapens. Of Bones waarin een knappe forensisch antropologe met verve lijken opensnijdt. Kennelijk doet een glamourvoorbeeld goed volgen. In die zin surft het onderwijs mee op een televisiehype door enkele bestaande opleidingen ‘forensisch’ te noemen en nieuwe opleidingen onder die noemer aan te bieden.
Maar de fascinatie heeft zeker ook te maken met de laagdrempeligheid van de moderne dood en aanverwante zaken. Sterven is bespreekbaar geworden en we wensen steeds meer betrokken te worden bij de uitvaart van onze naasten. Dat trekt kennelijk vrouwen aan. Nog nooit bijvoorbeeld was het aantal vrouwen werkzaam in de uitvaartbranche zo groot.
Daarbij zijn misdaad en de dood altijd in het nieuws, van akelige aanslagen en rampen tot leerlingen die voor hun terminaal zieke juf een doodskist timmeren en daarmee de krant halen. Overal zijn lijken te zien, tijdens publieke uitvaarten, in documentaires over euthanasie en sinds kort ook in musea als ontluisterend kunstobject. Brute politiefoto’s van misdaadslachtoffers prijken in tijdschriften naast meubeladvertenties. De dood is gewoon en alledaags geworden en mag dus geen geheimen meer voor ons hebben.
Een andere verklaring weet Kees Das ook niet één twee drie. Hij is hoofd van de Forensische dienst van de GGD Amsterdam en voorzitter van het Forensisch Medische Genootschap. Das zit al twintig jaar in het vak.

‘Als ik vroeger over mijn werk vertelde dan zeiden mensen: wat vreselijk voor je om altijd tussen lijken te zitten. Nu schuiven mensen dichterbij en willen ze er meer van weten.’
Wat natuurlijk ook meespeelt, zijn de voortschrijdende techniek en medische kennis die forensisch onderzoek naar een steeds hoger niveau tillen. Politie en Justitie beschikken over meer mogelijkheden dan ooit om de toedracht van misdrijven en ongelukken te achterhalen. En daar wordt ook gebruik van gemaakt. Tussen 2004 en 2005 verdubbelde bijvoorbeeld het aantal aanvragen voor forensisch onderzoek bij het Nederlands Forensisch Instituut naar 33.325 zaken. In de meeste gevallen betrof het DNA-onderzoek.

Rechtszaken vereisen steeds betere onderbouwing en burgers leggen zich niet meer zo makkelijk neer bij een gebrekkige overlijdensverklaring in geval van een medische fout, misdaad of een andere ramp. Die ontwikkeling stelt hoge eisen aan forensische werkers, in het bijzonder aan forensische artsen.

Losjes stuurt Majorie Balai (37) haar auto door de stad. Vanavond heeft zij tot een uur piketdienst als forensisch arts. Zij doet deze keer alle zaken binnen de Amsterdamse Ring en een collega alles wat daarbuiten valt binnen de regio van de GGD Amsterdam. Het is half acht.

‘Ik ben op weg naar een slachtoffer van huiselijk geweld’, vertelt ze. ‘Omdat ze uit haar huis is gevlucht zie ik haar op het politiebureau.’
Gespannen komt Balai niet over. Ze vraagt zich wel af wat ze precies zal aantreffen, zoals bij iedere melding. Het ritje in de auto geeft haar even de tijd voor enige mijmering.

‘Nu weet ik dat ik straks verwondingen moet documenteren voor de aangifte en misschien het slachtoffer moet doorverwijzen naar een behandelend arts. Maar als het om moord of zelfdoding gaat dan zet ik mijzelf wel schrap.’
Balai rolde per toeval in het vak toen ze als keuringarts bij de GGD Amsterdam ging werken. Eigenlijk had ze andere plannen met haar loopbaan. Ze wilde graag werken als chirurg maar dat plan heeft ze losgelaten.

‘Er komt veel ellebogenwerk bij kijken en je maakt lange dagen. Als forensisch arts heb ik veel meer contact met mensen, dood en levend, als slachtoffer en als arrestant. Maar het grootste deel van mijn tijd ben ik arts voor asielzoekers, gedetineerden en arrestanten. Ook word ik ingeschakeld bij calamiteiten zoals de Schipholbrand.’
Toen moest zij zich natuurlijk even goed ‘schrap’ zetten. Net als onlangs tijdens een lijkschouw van een slachtoffer van een nogal bloederige moord.

‘Dat soort gevallen maakt het werk soms erg zwaar, maar er zijn ook momenten die het goedmaken. Als ik bijvoorbeeld een medisch probleem bij een asielzoeker ontdek en hem op tijd kan doorverwijzen. Of zoals eerder vanavond, toen ik een ontredderd slachtoffer van verkrachting kon geruststellen en steunen. Dan maak ik toch het verschil.’

Dat sommige dingen een forensisch werker niet in de koude kleren gaan zitten, weet Ina Topman (55) als geen ander. Ze is behalve forensisch arts, docent en samensteller van de onlangs vernieuwde en uitgebreide opleiding tot forensische arts van de Netherlands School of Public & Occupational Health. Gek genoeg is deze opleiding nog niet verplicht voor gemeentelijk lijkschouwers.
In zekere zin komt een forensisch arts altijd te laat, vertelt Topman, namelijk als er al een slachtoffer is. Ze hoeft zich daarom nooit af te vragen, zoals een behandelend arts, of ze iets had kunnen doen om het overlijden te voorkomen.

‘Dat scheelt piekeren. Maar ik moet net zo goed mijn werk altijd minutieus doen. Mijn waarheidsvinding is niet alleen belangrijk voor de politie, maar vaak ook voor de nabestaanden. Ze moeten weten wat er is gebeurd, hoe moeilijk dat ook vaak is. Het helpt ze accepteren.’
Zelf verdrietig zijn, is er eigenlijk niet bij, vindt Topman. Maar het is niet altijd vermijdbaar.

‘Ik ben eens een huiskamer binnengestapt waarin de ouders van overreden dertienjarig meisje bijeengeklampt op de bank zaten. Ik had toen ook een dochter van dertien. Dat vergeet je je leven niet.’
Het is nog maar sinds kort dat Topman als forensisch arts avond- en nachtdiensten draait voor de GGD Gooi en Vechtstreek. De volgende dag gaat ze gewoon weer naar het kantoor van de NSPOH in Amsterdam.

‘Ik had behoefte aan de praktijk’, verklaart Topman haar dubbele baan. ‘Als forensische arts ben je op een heel belangrijk moment in iemands leven aanwezig. Het heeft impact, het gaat ergens over.’
Overigens merkt ook zij de laatste anderhalf jaar dat er opvallend meer vrouwelijke studenten geneeskunde zich melden voor informatie over haar vak. Dit jaar volgen niettemin ongeveer evenveel vrouwen als mannen de opleiding. Waarom vrouwen zich aangetrokken voelen tot het forensische vak durft Topman niet te zeggen. Vrouwen zijn immers sowieso steeds beter vertegenwoordigd in medische beroepen. Toch heeft ze wel haar vermoedens.

‘Ik merk tijdens de opleiding dat vrouwen iets makkelijker praten als ze iets akeligs hebben meegemaakt. Ze delen eerder hun heftige ervaringen dan mannen en leren daardoor misschien beter omgaan met de nare kanten van het vak.’
Maar net als bij forensisch werker in spe Elderson, blijkt vooral de nieuwsgierigheid een sterke motivatie, bij mannen net zo goed als bij vrouwen. Terwijl ze vertelt, trekken de meest bizarre en raadselachtige sterfgevallen voorbij. Zoals die keer dat iemand zichzelf per ongeluk had opgehangen.

‘Soms kun je er met je verstand niet bij, ook al doe je nog zo lang onderzoek. Dit soort zaken blijven in mijn hoofd zitten. In het geval van die verhanging nu al dertien jaar. Eigenlijk heb ik pas rust als ik weet wat er is gebeurd.’

© Mirjam van Immerzeel

 

foto: Patricia Nauta©

De Wereld in 2018 is het eindejaarsmagazine voor abonnees van Het Financieele Dagblad.

 

In CEO me! ontsluiten onder meer Mirjam Sijmons (ArboNed, ANWB), Pauline van der Meer Mohr (Erasmus), Karel Vuursteen en Caroline Princen (ABN Amro) het geheim van hun topcarrières. Benieuwd naar hun persoonlijke verhalen en beste carrièreadviezen? Bestel het boek hier en betaal geen verzendkosten.

 

FD Zomer is een zaterdagbijlage die ik in opdracht van Het Financieele Dagblad maakte, met mooie verhalen van correspondenten Maarten Veeger (Italië), Oene van der Wal (Duitsland), Joost van Mierlo en Mathijs Schiffers (Groot-Brittannië), Lex Rietman (Spanje).
 

CEOme.nl is een nieuwssite over ambitie, leiderschap en toezicht, met nationaal en internationaal nieuws, achtergronden, carrièretips en opinie.